Ingebruikname

  • Zet de schakelaar (13) altijd op de vergrendelingsstand wanneer u het elektrische gereedschap niet gebruikt.
  • Overtuig u er vóór gebruik van dat de schakelaar (13) in de correcte stand staat.
  • Beweeg de schakelaar (13) niet wanneer de triggerschakelaar (14) wordt bediend. Hierdoor kan het elektrische gereedschap worden beschadigd.

Om het knippen te starten, zet u de schakelaar (13) op de knipstand (stand a, ) en bedien de triggerschakelaar (14). Om de bewegingsrichting om te keren, zet u de schakelaar (13) op de omkeerstand (stand b, ) en houdt u de schakelaar in deze stand ingedrukt terwijl u de triggerschakelaar bedient. Wanneer u de schakelaar en de triggerschakelaar loslaat, schakelt het elektrische gereedschap automatisch naar de vergrendelingsstand . Wanneer u de triggerschakelaar (14) voortdurend bedient, doorloopt het elektrische gereedschap een volledige cyclus en stopt automatisch op de helemaal geopende stand. Om de triggerschakelaar (14) te vergrendelen, zet u de schakelaar (13) op de vergrendelingsstand . In deze stand kan de triggerschakelaar (14) niet worden bediend.

Aanwijzing: Knip geen draadeinden terwijl de bewegingsrichting omgekeerd is! Dit leidt tot beschadigingen van het elektrische gereedschap. Gebruik het elektrische gereedschap uitsluitend stationair in omgekeerde bewegingsrichting en om de knipbekken (3) helemaal te openen.

Aanwijzing: Wanneer u de triggerschakelaar (14) na het knippen loslaat terwijl de knipbekken (3) opengaan en de schakelaar (13) op de omkeerstand zet, sluiten de knipbekken. Ze gaan weer open wanneer u de triggerschakelaar opnieuw bedient.

Stel bij de draadeindgeleiding (5) de draadmaat van het te knippen draadeind in. Hierdoor wordt het steunvlak M6/M8 en M10/M12 voor het draadeind in de juiste stand georiënteerd.
Voordat u de triggerschakelaar (14) bedient, bevestigt u het draadeind zodanig dat de draadgangen ervan overeenstemmen met die van de knipbek (3) van de stationaire houder (4). Een verkeerde oriëntatie van de draadgangen kan leiden tot een breuk van de knipbekken (3) en persoonlijk letsel door eruit geslingerde brokstukken veroorzaken of de schroefdraad van het draadeind beschadigen, zodat er geen moer meer op kan worden geschroefd.
Plaats het draadeind vóór het knippen in een rechte hoek ten opzichte van de kniplijn (19) (zie afbeelding G) en let erop dat het draadeind de tevoren ingestelde draadeindgeleiding goed raakt.
Voor het starten van de knipbewerking overtuigt u er zich van dat de schakelaar (13) in knipstand staat (stand a, , zie afbeelding C) en bedient u de triggerschakelaar (14) voortdurend. De knipbek op de bewegende houder (2) overlapt met de knipbek op de stationaire houder (4) en keert dan terug. Als u de triggerschakelaar (14) loslaat voordat de knipbewerking is voltooid, blijven de knipbekken (3) stilstaan.

Aanwijzing: Bij het knippen van een draadeind van ductiel materiaal zoals roestvrij staal, kunnen er bramen op het afgeknipte uiteinde ontstaan. Verwijder de bramen in dit geval met een vijl.

Wanneer u de triggerschakelaar (14) voortdurend bedient, sluiten de houders (2) en (4) de knipbekken (3) één keer voordat ze terugkeren naar de helemaal geopende stand en dan blijven staan. Laat de triggerschakelaar (14) los en bedien deze opnieuw om te beginnen met de volgende knipbewerking.

De meegeleverde binnenzeskantsleutel (8) kan op het elektrische gereedschap worden opgeborgen, zodat hij niet kan worden verloren. Om de binnenzeskantsleutel eruit te pakken, verwijdert u de accu en trekt u de binnenzeskantsleutel eruit. Na het gebruikt bergt u de binnenzeskantsleutel weer in het elektrische gereedschap op en plaatst u de accu.

Met het werklicht (16) kan het werkgebied bij ongunstige lichtomstandigheden worden verlicht.

Voorzichtig: Kijk niet rechtstreeks in de lamp!

Bedien de triggerschakelaar (14) slechts licht om het werklicht (16) in te schakelen zonder daarbij de motor in te schakelen. Bedien de triggerschakelaar helemaal wanneer u draadeinden wilt knippen. Het werklicht wordt tijdens het gebruik automatisch ingeschakeld. De lamp brandt zo lang de triggerschakelaar wordt bediend. Het werklicht gaat ongeveer 15 seconden na het loslaten van de triggerschakelaar uit.

Om precies te kunnen knippen, zet u de draadeindgeleiding (5)̈ afhankelijk van de diameter van het te knippen draadeind in de juiste stand (M6/M8 of M10/M12).

Plaats het draadeind vóór het knippen loodrecht op de kniplijn (19). Let erop dat de draadgangen van het draadeind en de draadgangen van de stationaire knipbek in elkaar grijpen (zie afbeelding K). Let er ook op dat het draadeind goed contact heeft met de beide vlakken van de draadeindgeleiding (zie afbeelding G) en houd het draadeind stevig vast in deze positie. Door de knipbewerking ontstaat een reactiekracht die het draadeind kan doen kantelen. Kantelen van het draadeind kan leiden tot een slechte knipkwaliteit, vastklemmen van het draadeind, beschadigingen van de knipbekken of van het draadeind. Houd daarom het draadeind tijdens het knippen in de beschreven stand georiënteerd.

Gebruik de diepteaanslag (10) wanneer u draadeinden op dezelfde lengte wilt knippen of wanneer u draadeinden wilt knippen die met een gedefinieerde maat buiten een oppervlak moeten uitsteken.
Bedien de knop (9) en schuif de diepteaanslag erin. Let er daarbij op dat de getande zijde van de diepteaanslag naar de getande zijde van de knop wijst. De diepteaanslag (10) is voorzien van twee maatverdeelschalen (millimeter en inch). U kunt de diepteaanslag (10) omdraaien om de gewenste verdeelschaal te gebruiken. Lijn de waarden van de door u gewenste lengte op de diepteaanslag (10) op het referentievlak van de diepteaanslag (11) uit (zie afbeelding I). Om de diepteaanslag te vergrendelen, laat u de knop (9) weer los.

Draag het elektrische handgreep niet aan de diepteaanslag (10). Anders kan het elektrische gereedschap vallen en persoonlijk letsel en/of beschadiging van het elektrische gereedschap veroorzaken.