Valbeveiligingsmiddel bevestigen (zie afbeelding B)
Aanwijzing: Om het elektrische gereedschap tegen vallen te beveiligen, moet een voor het systeemgewicht geschikt valbeveiligingsmiddel (22) worden gebruikt. De maximaal toegestane lengte van het valbeveiligingsmiddel bedraagt 1,1 m. Let absoluut op het toegestane bevestigingsgedeelte (21) op het elektrische gereedschap.
Gebruik als valbeveiligingsmiddel bij voorkeur een met de ankersteekknoop bevestigde bandlus of een valbeveiligingsmiddel met valdemper.
Neem bij het bevestigen van het valbeveiligingsmiddel (22) absoluut goed nota van de gebruiksaanwijzing ervan.
- Bevestig de andere kant van het valbeveiligingsmiddel absoluut aan een stabiele constructie (bijv. gebouw of steiger) en nooit aan de gebruiker zelf.
Het valbeveiligingsmiddel moet vrij kunnen bewegen en mag uitsluitend aan het vaste aanslagpunt (23) en in het toegestane bevestigingsgedeelte (21) op het elektrische gereedschap zijn bevestigd.
Kies het vaste aanslagpunt (23) zodanig dat het elektrische gereedschap bij een val vrij in de valbeveiliging kan vallen zonder daarbij de gebruiker te verstrikken of in gevaar te brengen.
Leg de lus van het valbeveiligingsmiddel (22) door de handgreep (17) en voer de kant met karabijnhaak door de lus. Overtuig u er bij het dichttrekken van de lus van dat deze correct in het bevestigingsgedeelte (21) ligt en niet in elkaar gedraaid is. Controleer vóór elk gebruik het valbeveiligingsmiddel en de correcte bevestiging ervan aan het elektrische gereedschap en aan het aanslagpunt (23).